De SEPA-standaard biedt geen mogelijkheid om de integriteit van de betaal- en incassobestanden te kunnen bewaken gedurende het maken en versturen. De SEPA-bestanden bevatten namelijk geen integriteitskenmerk. Er is daarom gezocht naar een alternatieve manier om de bestanden te controleren op integriteit, waarbij is gekozen voor een hash-controle.
In AllSolutions wordt op basis van twee verschillende technieken (SHA1 en MD5) voor het aangeleverde opdrachtbestand een controlegetal (of hashwaarde) berekend. En AllSolutions drukt ter controle de SHA1-hashwaarde en MD5-hashwaarde af in de volgende functies:
- Aanmaken Betaalbestand (Euro-betalingen binnen SEPA-zone) (VBGDSK)
- Aanmaken Betaalbestand Declaraties (VDSKDC)
- Aanmaken Incassobestand (VAIDSK)
Wanneer je bank dit ondersteunt, wordt bij het inlezen van het opdrachtbestand in je bankpakket een controlegetal berekend. Deze kun je vergelijken met de waarde in het verwerkingsverslag. Op deze manier kun je controleren dat het bestand niet is gewijzigd tussen het moment van het genereren en het moment van inlezen in uw bankpakket.
In de functie Banken (Euro-betalingen SEPA-zone) (MBNKST) is onder de groep ‘Automatische incasso – SEPA’ het veld ‘Methode hashberekening incasso-opdrachten’ beschikbaar. Hiermee kun je instellen welke methode je bank hanteert voor het berekenen van de hashwaarde (MD5 of SHA-1). De berekende hashwaarde wordt vanaf dat moment bij de incasseerbaarstellingen (MBBSAI) in AllSolutions opgeslagen, zodra je het incassobestand hebt gegenereerd.
